Diagnose stellen van spataders
De diagnose van spataders is klinisch. Dit wil zeggen met het verhaal van de patiënt en hoe de benen er uit zien. Eens we weten dat er spataders zijn, hoe klein ook, is het van belang te onderzoeken van waar deze komen.
Echo duplex
Het onderzoek dat het best de diagnose van spataders kan stellen is het echo-duplex onderzoek. Dit is een echografie van de benen, waarbij door middel van geluidsgolven gekeken wordt naar de bloedstroom in de aders. Als deze bloedstroom omgekeerd is op echografie, spreken we van “veneuze reflux” (zie rubriek spataderen).
Met de echo-duplex wordt gekeken naar zowel de Vena Saphena Magna, de Vena Saphena Parva als de diepe venen. Op deze manier wordt een volledig overzicht van het veneus systeem van de benen gemaakt. Op basis hiervan kan een behandelplan vooropgesteld worden
Flebografie, MRI, CT - scan
In sommige gevallen kan er een vermoeden zijn van veneuze reflux in het diep veneus systeem. Zo kan er reflux in de bekkenaders (Vena Iliaca) of van reflux in de Vena Ovarica (eierstok ader) zijn. Dit kan niet vlot met echo-duplex gevisualiseerd kan worden. In deze gevallen kan een flebografie, MR venografie of CT venografie overwogen worden.
Bij flebografie worden door middel van een punctie, met een naald in de lies de desbetreffende aders in beeld gebracht. Het voordeel van de flebografie is dat er eventueel een aanvullende behandeling uitgevoerd kan worden indien nodig.
De minder invasieve CT venografie of MR venografie kunnen ook problemen aan de diepe aders aan het licht brengen. Hierbij kan echter geen behandeling doorgevoerd worden. Deze behandeling kan dan wel in 2e tijd overwogen worden.