Veneuze circulatie: de pathologische evolutie van gezonde aders

De normale veneuze circulatie:De veneuze circulatie

Bij de veneuze circulatie hebben zowel de oppervlakkige- als diepe aders een belangrijke functie. De diepe aders bevinden zich tussen de spieren en worden samengedrukt bij iedere spierbeweging. Dit wordt de “spierpomp” genoemd. De spierpomp zorgt ervoor dat het bloed door beweging van de spieren terug naar het hart gaat. Dit is mogelijk doordat de kleppen in de aders ervoor zorgen dat het bloed niet terug naar de voeten kan vloeien. Hierdoor ontstaat een éénrichting circulatie.

Spierpomp

Spierpomp actief
Spierpomp actief
Spierpomp ontspannen
Spierpomp ontspannen

 

 

 

 

 

 

 

 

Vena Saphena Magna en Parva
(1): Vena Saphena Magna; (2) Vena Saphena Parva

De oppervlakkige aders zijn de aders die oppervlakkig van de diepe aders liggen, dus niet tussen de spieren. Deze aders staan echter wel in connectie met de diepe aders via een verbindingsader. Deze verbindingsader wordt de “Vena Saphena Magna cross” of de “Vena Saphena Parva cross” genoemd. Onder deze verbindingsader lopen respectievelijk de Vena Saphena Magna en de Vena Saphena Parva. Het zijn net deze aders die het vaakst aan de oorzaak van spataderen liggen.

 

 

 

De zieke veneuze circulatie:

Indien de kleppen van oppervlakkige of diepe aders niet meer goed sluiten ontstaat “reflux” of “insufficiëntie”. Dit wil zeggen dat het bloed terug naar de voeten loopt met als gevolg overdruk in de lager gelegen ader. Hierdoor ontstaat een zieke veneuze circulatie met stuwing in de lager gelegen aders. Indien deze reflux zich in de diepe aders bevindt spreekt met over diep veneuze insufficiëntie. Indien deze reflux zich in de oppervlakkige aders bevindt spreken we van spataders.

 

Het gebeurt dat er een probleem is met de diepe aders in het bekken of dijbeen. Zo zorgt een trombose (bloedklonter) of insufficiëntie van een diepe ader ervoor dat het bloed van de oppervlakkige aders moeilijker terug naar het hart kan stromen. Hierdoor ontstaat overdruk in de oppervlakkige aders met eveneens spataders tot gevolg. Indien er afwijkingen aan de diepe aders zijn, dient een behandeling van spataders zeer goed overwogen te worden. Een goede oppuntstelling met de juiste onderzoeken is dus zeer belangrijk